Een dergelijke
ingrijpende gebeurtenis kan z'n sporen nalaten. Sommige sporen kunnen
zelf 'gewist' worden, voor andere is externe hulp nodig. Wees in ieder
geval alert op de signalen bij de leerlingen;
- plotselinge
gedragsveranderingen
- absenties
- concentratiestoornissen/ -problemen
- stemmingswisselingen
- angstige dromen/ bedplassen
- toespelingen op zelfdoding
- 'wilde verhalen'
- zondebok verschijnselen
- schuldvragen
Deze signalen kunnen
soms pas na geruime tijd optreden, zowel bij leerlingen als bij
collega's en ouders. Blijf dus alert! Om hiermee om te gaan is het
raadzaam de hulp in te roepen van de schoolarts of de jeugdverpleegkundige
van de GGD. Zij zijn prima in staat de hulpvraag te analyseren en te
bepalen of de school zelf in staat is hiermee om te gaan of dat er
meer begeleiding van bijvoorbeeld RIAGG, Buro Slachtofferhulp of de
Onderwijsbegeleidingsdienst gewenst is.