CULTUURVERSCHILLEN
Protestants Christelijk
De dodenwake, lijkredes, de dodenmis en andere katholieke handelingen
werden bij de reformatie overboord gezet omdat dat naar de mening van de
protestanten voortkwam uit bijgeloof. Luther keerde zich sterk tegen de
aflaat, de dodenmis en het naar de hemel bidden van de overledene omdat
naar zijn overtuiging gelovigen na hun dood door Christus werden
opgenomen, zonder tussenkomst van de kerk of van heiligen.
Het sterven
In de
Nederlands Hervormde en Gereformeerde kerk en de Doopsgezinde
Broederschap is de uitvaart lange tijd iets geweest wat niet in een
kerkgebouw plats vond. Bij de familie thuis of op de begraafplaats werd
wel een troostend woord gesproken door de predikant.
Sinds het begin van de 20e eeuw is hier echter verandering in gekomen
en vind men in gereformeerde kring meer en meer dat er toch een
christelijke vorm van uitvaart zou moeten plaats vinden. Het is
inmiddels min of meer gebruikelijk geworden dat de uitvaart plaats vindt
vanuit een kerkdienst. Er is nimmer een uitspraak gedaan door de synode
tegen crematie, maar in orthodox-protestantse kring is er we een
weerstand tegen.
De uitvaart
Het noemen van de naam van de overledene staat in de
protestants-christelijke uitvaartdienst centraal en er is niet zoals in
katholieke diensten sprake van het uitvoeren van allerlei rituelen. De
doopnaam van de overledene wordt afgestaan aan God die de naam bewaart.
Ook de nabestaanden houden de naam in gedachtenis.
Het uitdrukken van emoties wordt meer door gesprekken dan door
rituelen uitgedrukt. De predikant spreekt tijdens de uitvaartdienst over
de hoogte- en dieptepunten uit het leven van de overledene en gebruikt
tevens bijbelteksten om te illustreren dat menselijk leven eindig is
maar dat het werk van Christus doorgaat.
Bij het graf of in het
crematorium wordt door de voorganger een gebed opgezegd om de overledene
aan de schoot van de vader toe te vertrouwen. Na het dalen van de kist
volgt er een 'Onze Vader' en wordt er een zegen gegeven. Hierna nemen de
nabestaanden in stilte afscheid en is er gelegenheid tot condoleren. Na
het condoleren en thuis wordt er nog intensief gepraat.
De rouw
De zondag na de uitvaart wordt in protestantse kring de 'rouw in de kerk
gebracht.' Dit betekend dat de naam van de overleden wordt genoemd en
dat er vaak nog iets over hem wordt gezegd. De familie wordt vaak ook
genoemd.
De zondag voor de Advent, de zondag van de Voleinding, worden alle namen
van de overleden gemeenteleden nogmaals genoemd als degenen die zijn
voorgegaan op de weg nar Gods Rijk van Vrede.
Ook bij protestantse gemeenten is de vraag naar rouwdiensten met een
persoonlijker karakter de laatste jaren merkbaar groter geworden.
Aangezien dwingende voorschriften voor de uitvaart bij de protestantse
gemeenten ontbreken is er veel ruimte voor de nabestaanden om een eigen
invulling te geven aan de diverse onderdelen. Dit kan terug gevonden
worden in het lezen van de bijbel of het zeggen van gebeden door een
nabestaande of het zelf zingen van liederen.
|