CULTUURVERSCHILLEN
Katholiek
Woorden zijn belangrijk voor katholieken, veel woorden zijn gevat in
gewoontes en gebaren; de sacramenten. Als iemand ziek is kan zij of hij
door een priester gezalfd worden (de ziekenzalving). De bedoeling van
het sacrament, of Oliesel, is de zieke de kracht te geven om de ziekte te
overwinnen of in ieder geval sterk te zijn voor de mogelijke laatste
tocht. Het sacrament wordt normaal gesproken slechts toegediend als er
sprake is van een kritieke situatie. Je kunt het ook zien als een
gezamenlijk vieren van de kwetsbaarheid van het leven, een soort
afscheid.
Het sterven
Als iemand is gestorven betekent dat voor katholieken dat iemand
onherroepelijk afscheid heeft genomen van onze wereld, hij is dan bij
God. Het is dus niet alleen een einde, het is ook een nieuw begin, een
overgang naar een nieuwe vorm van bestaan. God zal zich ontfermen over
de overledene; het voortbestaan na de dood.
De overgang van leven naar dood is geen simpele overgang. Het leven van
de overledene zal gewogen moeten worden. Voor dat leven nemen de
overlevenden gezamenlijk de verantwoordelijkheid door voor de zielenrust
van de overledene te bidden. Katholieken zijn ervan overtuigd dat God
begrijpt hoe gecompliceerd het leven van de mens is en hem accepteert
zoals hij is. Niet meer; wie goed heeft geleefd gaat naar de hemel en
wie slecht heeft geweest naar de hel. De mens blijft voor Hem leven, ook
wanneer hij gestorven is.
Dit wordt met gebaren gesymboliseerd. Zo wordt de dode besprenkeld met
wijwater. Dit kun je zien als een herinnering aan de doop, een overgang
van dood naar leven. Ook wordt de dode bewierookt om aan te geven dat
hij in zijn lichamelijkheid heilig is voor God.
De priester of pastor speelt een belangrijke rol bij de begrafenis of
crematie. Sinds de jaren 60 van de 20e eeuw maakt de katholieke kerk
geen bezwaar meer tegen crematie. Voorafgaand aan de crematie vindt er
meestal een Eucharistieviering of een woord- en gebedsdienst in de
parochiekerk plaats. Indien mogelijk zal de pastor na deze viering
meegaan naar het crematorium maar als daar geen tijd voor is worden de
laatste plechtigheden overgelaten aan de uitvaartverzorger. De woord- en
gebedsdienst kan, indien gewenst door de nabestaanden, ook plaatsvinden
in de aula van het crematorium.
De uitvaartmis is traditioneel vastgelegd in de zogeheten requiemmis
(requiem aeternam; geef Heer eeuwige rust),
gericht op de reiniging en de rust van de ziel van de overledene. Bij
jonge kinderen werd er vroeger een 'engelenmis' opgedragen waarbij werd uitgegaan van de reinheid van de kinderziel die naar de hemel zou
gaan. Dit is echter in onbruik geraakt. Momenteel is de kerkdienst meer
gericht op het steunen van degenen die achterblijven dan dat er iets
"extra's" gedaan wordt om de overledene op een mooier plekje
in de hemel te krijgen. In de meeste gevallen is er sprake van een samenspraak tussen
de pastor en de nabestaanden om teksten en liederen samen te voegen tot
een persoonlijke religieuze bijeenkomst.
Was het vroeger traditie om bij de dode te waken tot het tijdstip van de
uitvaart, nu gebeurt dat enkel soms nog indien de overledene thuis ligt
opgebaard. Wel wordt vaak nog een avondwake gehouden op de avond voor de
uitvaart. Dit gebeurt dan vaak in de kerk of in een aula. De levensloop van de overledene wordt gememoreerd en door de nabestaanden wordt voor
hem gebeden, er worden
teksten gelezen en liederen gezongen.
Na de avondwake is er soms gelegenheid tot condoleren van de
nabestaanden en het tekenen van een condoleanceregister, meestal echter
gebeurt dit na de uitvaartplechtigheid.
De uitvaart
Op de dag van de uitvaart nemen de nabestaanden afscheid van de
overledene en begeleiden zij de kist naar de kerk. Meestal worden
hierbij bloemen op de kist gelegd. Als men de kerk binnengaat loopt de
priester te stoet tegemoet en besprenkeld hij de kist met wijwater.
In de kerk branden kaarsen en vaak zingt er een kerkkoor. Tijdens de
gebeden wordt de herinnering aan de overledene ter sprake gebracht en
zoekt men troost in de lezing uit de bijbel of de korte overweging die
hierop volgt. De persoon wordt meestal sober ter sprake gebracht en er wordt gebeden voor de nabestaanden. Er wordt
gecollecteerd voor de kosten van herdenkingsmissen of vaak ook voor een
persoonlijk goed doel, in sommige gevallen wordt er dan een bidprentje
uitgedeeld. De bedoeling van dit bidprentje is dat het in het kerkboek
wordt gedaan zodat men later de overledene nog eens in de gebeden kan
herdenken.
Aan het eind van de uitvaartmis besprenkeld de priester de kist met
wijwater en wordt de kist bewierookt (absoute). Daarbij worden gebeden
uitgesproken waarin om vergiffenis van zonden wordt gevraagd. Terwijl er
gezongen wordt gaan de priester en de misdienaars als eersten de kerk
uit, gevolgd door de aanwezigen en de dragers met de kist. De klokken
beginnen te luiden maar verder wordt er nauwelijks nog gesproken. Men
gaat nu naar het crematorium of de begraafplaats, indien mogelijk te
voet, anders met auto's.
Bij het graf gaat de priester aan het uiteinde van het graf staan en een
parochielid met een kruis aan het hoofdeinde. De priester bewierookt en
zegent de groeve in stilte. De nabestaanden en belangstellenden staan
rond het graf en de dragers laten de kist langzaam dalen. De priester
bidt het 'onze vader' en strooit een schepje aarde op de kist met de
woorden 'Gij bent tot stof en tot stof zult gij wederkeren.' De andere
aanwezigen kunnen vervolgens ook een schepje aarde op de kist strooien.
De nabestaanden kunnen er ook voor kiezen om in plaats van aarde
wijwater te sprenkelen of met bloemen te gooien.
Hierna volgt meestal een koffietafel, thuis of in een gehuurde zaal
waarbij ook gecondoleerd kan worden en een condoleanceregister kan
worden getekend.
De rouw
Het is binnen de katholieke kerk niet (meer) gebruikelijk om een
bepaalde periode van rouw in acht te nemen. Ook zijn er geen specifieke
rituelen die met de rouwperiode te maken hebben. In sommige kerken is
het gebruikelijk om voor de overledene een kruis te plaatsen op een
bepaalde plek in de kerk met daarop de naam van de overledene. Zo blijft
de overledene onder de aandacht van de parochianen. Na een jaar of met
Allerzielen wordt het kruis dan mee gegeven aan de nabestaanden. Veel mensen laten met
enige regelmaat een mis opdragen waarin de gestorven persoon in gebed
wordt herdacht. Op verjaardag en sterfdag wordt er vaak een mis aan de overledene
opgedragen, waarin speciaal voor de overledene en andere familieleden kan
worden gebeden.
Op 2 november is het Allerzielen. Deze dag wordt door katholieken
gebruikt om de overledenen te herdenken. Men doet dit door naar de kerk
en/of de begraafplaats te gaan. Op deze laatste plek wordt het graf
bezocht en vaak opgeruimd en schoongemaakt. Men neemt een bloemetje of
plantje mee om bij het graf achter te laten.
Met speciale dank aan Jan
Engelen.
|