homestappenplanliteratuurlijstlinks & adressenverantwoordingreageer

è Home
è Stappenplan
è Lessuggesties
è Literatuurlijst
è Cultuurverschillen
    è Katholiek
    è Protestant Christelijk
    è Joods
    è Moslim
    è Hindoe
è Links & adressen
è Verantwoording
è Contact


CULTUURVERSCHILLEN

Katholiek

Woorden zijn belangrijk voor katholieken, veel woorden zijn gevat in gewoontes en gebaren; de sacramenten. Als iemand ziek is kan zij of hij door een priester gezalfd worden (de ziekenzalving). De bedoeling van het sacrament, of Oliesel, is de zieke de kracht te geven om de ziekte te overwinnen of in ieder geval sterk te zijn voor de mogelijke laatste tocht. Het sacrament wordt normaal gesproken slechts toegediend als er sprake is van een kritieke situatie. Je kunt het ook zien als een gezamenlijk vieren van de kwetsbaarheid van het leven, een soort afscheid.

 

Het sterven

Als iemand is gestorven betekent dat voor katholieken dat iemand onherroepelijk afscheid heeft genomen van onze wereld, hij is dan bij God. Het is dus niet alleen een einde, het is ook een nieuw begin, een overgang naar een nieuwe vorm van bestaan. God zal zich ontfermen over de overledene; het voortbestaan na de dood. 

De overgang van leven naar dood is geen simpele overgang. Het leven van de overledene zal gewogen moeten worden. Voor dat leven nemen de overlevenden gezamenlijk de verantwoordelijkheid door voor de zielenrust van de overledene te bidden. Katholieken zijn ervan overtuigd dat God begrijpt hoe gecompliceerd het leven van de mens is en hem accepteert zoals hij is. Niet meer; wie goed heeft geleefd gaat naar de hemel en wie slecht heeft geweest naar de hel. De mens blijft voor Hem leven, ook wanneer hij gestorven is. 

Dit wordt met gebaren gesymboliseerd. Zo wordt de dode besprenkeld met wijwater. Dit kun je zien als een herinnering aan de doop, een overgang van dood naar leven. Ook wordt de dode bewierookt om aan te geven dat hij in zijn lichamelijkheid heilig is voor God.

De priester of pastor speelt een belangrijke rol bij de begrafenis of crematie. Sinds de jaren 60 van de 20e eeuw maakt de katholieke kerk geen bezwaar meer tegen crematie. Voorafgaand aan de crematie vindt er meestal een Eucharistieviering of een woord- en gebedsdienst in de parochiekerk plaats. Indien mogelijk zal de pastor na deze viering meegaan naar het crematorium maar als daar geen tijd voor is worden de laatste plechtigheden overgelaten aan de uitvaartverzorger. De woord- en gebedsdienst kan, indien gewenst door de nabestaanden, ook plaatsvinden in de aula van het crematorium. 

De uitvaartmis is traditioneel vastgelegd in de zogeheten requiemmis (requiem aeternam; geef Heer eeuwige rust), gericht op de reiniging en de rust van de ziel van de overledene. Bij jonge kinderen werd er vroeger een 'engelenmis' opgedragen waarbij werd uitgegaan van de reinheid van de kinderziel die naar de hemel zou gaan. Dit is echter in onbruik geraakt. Momenteel is de kerkdienst meer gericht op het steunen van degenen die achterblijven dan dat er iets "extra's" gedaan wordt om de overledene op een mooier plekje in de hemel te krijgen. In de meeste gevallen is er sprake van een samenspraak tussen de pastor en de nabestaanden om teksten en liederen samen te voegen tot een persoonlijke religieuze bijeenkomst.

Was het vroeger traditie om bij de dode te waken tot het tijdstip van de uitvaart, nu gebeurt dat enkel soms nog indien de overledene thuis ligt opgebaard. Wel wordt vaak nog een avondwake gehouden op de avond voor de uitvaart. Dit gebeurt dan vaak in de kerk of in een aula. De levensloop van de overledene wordt gememoreerd en door de nabestaanden wordt voor hem gebeden, er worden teksten gelezen en liederen gezongen.

Na de avondwake is er soms gelegenheid tot condoleren van de nabestaanden en het tekenen van een condoleanceregister, meestal echter gebeurt dit na de uitvaartplechtigheid.

 

De uitvaart

Op de dag van de uitvaart nemen de nabestaanden afscheid van de overledene en begeleiden zij de kist naar de kerk. Meestal worden hierbij bloemen op de kist gelegd. Als men de kerk binnengaat loopt de priester te stoet tegemoet en besprenkeld hij de kist met wijwater.

In de kerk branden kaarsen en vaak zingt er een kerkkoor. Tijdens de gebeden wordt de herinnering aan de overledene ter sprake gebracht en zoekt men troost in de lezing uit de bijbel of de korte overweging die hierop volgt. De persoon wordt meestal sober ter sprake gebracht en er wordt gebeden voor de nabestaanden. Er wordt gecollecteerd voor de kosten van herdenkingsmissen of vaak ook voor een persoonlijk goed doel, in sommige gevallen wordt er dan een bidprentje uitgedeeld. De bedoeling van dit bidprentje is dat het in het kerkboek wordt gedaan zodat men later de overledene nog eens in de gebeden kan herdenken.

Aan het eind van de uitvaartmis besprenkeld de priester de kist met wijwater en wordt de kist bewierookt (absoute). Daarbij worden gebeden uitgesproken waarin om vergiffenis van zonden wordt gevraagd. Terwijl er gezongen wordt gaan de priester en de misdienaars als eersten de kerk uit, gevolgd door de aanwezigen en de dragers met de kist. De klokken beginnen te luiden maar verder wordt er nauwelijks nog gesproken. Men gaat nu naar het crematorium of de begraafplaats, indien mogelijk te voet, anders met auto's.

Bij het graf gaat de priester aan het uiteinde van het graf staan en een parochielid met een kruis aan het hoofdeinde. De priester bewierookt en zegent de groeve in stilte. De nabestaanden en belangstellenden staan rond het graf en de dragers laten de kist langzaam dalen. De priester bidt het 'onze vader' en strooit een schepje aarde op de kist met de woorden 'Gij bent tot stof en tot stof zult gij wederkeren.' De andere aanwezigen kunnen vervolgens ook een schepje aarde op de kist strooien. De nabestaanden kunnen er ook voor kiezen om in plaats van aarde wijwater te sprenkelen of met bloemen te gooien.

Hierna volgt meestal een koffietafel, thuis of in een gehuurde zaal waarbij ook gecondoleerd kan worden en een condoleanceregister kan worden getekend.

 

De rouw

Het is binnen de katholieke kerk niet (meer) gebruikelijk om een bepaalde periode van rouw in acht te nemen. Ook zijn er geen specifieke rituelen die met de rouwperiode te maken hebben. In sommige kerken is het gebruikelijk om voor de overledene een kruis te plaatsen op een bepaalde plek in de kerk met daarop de naam van de overledene. Zo blijft de overledene onder de aandacht van de parochianen. Na een jaar of met Allerzielen wordt het kruis dan mee gegeven aan de nabestaanden. Veel mensen laten met enige regelmaat een mis opdragen waarin de gestorven persoon in gebed wordt herdacht. Op verjaardag en sterfdag wordt er vaak een mis aan de overledene opgedragen, waarin speciaal voor de overledene en andere familieleden kan worden gebeden.

Op 2 november is het Allerzielen. Deze dag wordt door katholieken gebruikt om de overledenen te herdenken. Men doet dit door naar de kerk en/of de begraafplaats te gaan. Op deze laatste plek wordt het graf bezocht en vaak opgeruimd en schoongemaakt. Men neemt een bloemetje of plantje mee om bij het graf achter te laten.



Met speciale dank aan Jan Engelen.