è Homeè Stappenplanè Lessuggestiesè Literatuurlijstè Cultuurverschillenè Katholiekè Protestant Christelijkè Joodsè Moslimè Hindoeè Links & adressenè Verantwoordingè Contact
|
CULTUURVERSCHILLENHindoeEr zijn voor de Hindoes tijdens het leven 16 verschillende 'sanskara's', sacramenten of rituelen die de overgang naar een andere levensfase markeren. Er worden daarbij offers gebracht aan de verschillende manifestaties van de oerenergie.
Het stervenEen van de sanskara's vindt plaats wanneer er iemand op sterven ligt. Familieleden worden dan gewaarschuwd om bij het afscheidsritueel aanwezig te kunnen zijn. De oudste zoon heeft hier een belangrijke rol bij. Als de stervende geen zoon heeft of als die niet aanwezig kan zijn wordt zijn plaats ingenomen door een ander mannelijk familielid. De oudste zoon druppelt water uit de heilige rivier de Ganges in de mond van de stervende. Als er geen Gangeswater beschikbaar is wordt er gewoon een druppel kraanwater gebruikt. Water is het symbool voor leven, de vergankelijkheid en de oneindigheid. De oudste zoon legt hierna een blad van de heilige tulsie- of basilicumboom in de mond van de stervende. Hierna sprenkelen ook andere aanwezige familieleden water in de mond van de stervende. Elke Hindoe-familie heeft een speciale band met een priester, een 'pandit.' Deze leest de stervende voor en bidt met hem en zijn familie. Als er voor deze rituelen geen tijd meer is doordat de dood al is ingetreden worden ze na de dood uitgevoerd. Hindoes geloven in de twee-eenheid van lichaam en ziel. Na de dood
verlaat de ziel het lichaam om een ander stoffelijk omhulsel te vinden
of om te worden opgenomen in Brahm. Het verlaten lichaam moet zo snel
mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen; water, vuur,
ether, lucht en aarde. Verder contact met het dode lichaam is daarom
niet belangrijk meer bij de rouwverwerking. Het lichaam wordt meestal zo
snel mogelijk naar een uitvaartcentrum gebracht waar de overledene wordt
afgelegd en gewassen in aanwezigheid van naaste familieleden. Een overleden
man wordt traditioneel in een speciale doek gewikkeld en een vrouw
krijgt een sari aan. Tegenwoordig gebeurt het ook vaak dat een man een
pak wordt aangetrokken. Hierna vertrekt men naar het huis van de overledene alwaar ook een dia
wordt aangestoken en een bokaal met water wordt neergezet. Er wordt
opnieuw gebeden en voorgelezen uit de Ramayana.
De uitvaartOp de dag van de crematie scheert een zoon zijn hoofdhaar af, omdat
hij bij de uitvaartplechtigheden als offeraar zal gaan optreden. Andere
mannelijke familieleden scheren zich dan voor het eerst na het
overlijden weer. Bij het crematorium wordt de kist door de mannen uit de familie, met de zonen voorop, naar binnen gedragen. Hierbij stopt men onderweg vijf keer en zet men de baar even neer. Binnengekomen wordt de kist weer geopend en versierd met kransen. Men zingt religieuze liederen en de priester houdt een preek. De oudste zoon loopt met een brandende dia vijf keer rond de kist en raakt iedere keer de mond van de overledenen met de dia aan. Dit is de zogenaamde doodskus waarmee symbolisch het lichaam in brand wordt gezet. Er wordt een aantal gebeden gezamenlijk uitgesproken en de aanwezigen gaan in de rij staan om afscheid te nemen en rijstkorrels of bloemblaadjes in de kist te leggen. Het is voor de familie van de overledene heel belangrijk om het lichaam te zien branden. Daarom gaat er een aantal van hen mee naar de ovenruimte om de verbranding mee te maken. De oudste zoon kan daarbij de kist in de oven duwen om de verbranding in gang te zetten. Aangezien een Hindoestaanse uitvaart aanzienlijk langer duurt dan andere crematies zal men deze vaak aan het einde van de dag plannen.
De rouwNa de crematie leeft de familie tien dagen heel sober en eet zij
vegetarisch. Er wordt iedere dag een offerdienst gehouden waarbij tien
rijstballetjes worden geofferd om voor de ziel van de overledene een
nieuw menselijk omhulsel af te smeken. Het kan namelijk bij
reïncarnatie ook zo zijn dat je terugkomt als een lagere diervorm. Op de tiende dag worden er vegetarische gerechten bereidt die door de overledene lekker werden gevonden en deze gerechten worden voor hem op een bord in de tuin of op het balkon gezet. Twaalf of dertien dagen na de crematie wordt er een rouwplechtigheid gehouden in het huis van de overledene waarbij behalve familie ook vrienden en bekenden aanwezig zijn. Er worden speciale offers gebracht onder leiding van de priester. De rouw wordt hiermee officieel opgeheven maar de directe nabestaanden mogen pas na een jaar weer feestelijke gebeurtenissen, zoals huwelijken, organiseren. Na zes maanden herhalen de nabestaanden de plechtigheid van de dertiende dag en na een jaar wordt de rouwperiode afgesloten met een ceremonie. |